DS-Academie logo

Preventie CVD bestrijkt vijf domeinen

Ulrich Laufs (Leipzig) begon zijn verhaal ‘What is new in secondary prevention?’ door te stellen dat de term ‘secundaire preventie’ eigenlijk achterhaald is: “Risico is continue aanwezig. Er zijn vijf domeinen die in dat kader van belang zijn bij de preventie van cardiovasculaire ziekte (CVD): hypertensie, atherotrombose, inflammatie, metabolisme en lipoproteïnes.”

“De richtlijnen adviseren bij hypertensie – en dit is ook van belang voor lipidenverlagende behandeling – initiële combinatietherapie aan.” Hij wees er daarbij specifiek op dat een fixed-dose combinatie (FDC) wordt aanbevolen om de hoeveelheid pillen zoveel mogelijk te reduceren.1 Wat trombose betreft haalt Laufs de aanbeveling aan die stelt dat het toevoegen van een tweede antitrombotisch middel aan aspirine kan worden overwogen voor de lange termijn secundaire preventie bij patiënten met een hoog risico op een ischemisch event zonder hoog bloedingsrisico.1 “De uitdaging hier is het vinden van de balans voor de individuele patiënt tussen bloedingsrisico en ischemisch risico.”2

Inflammatie kan worden behandeld met colchicine dat een significante reductie geeft op CV-events ten opzichte van placebo, al was er in de studie van Nidorf wel een hogere niet-CV-sterfte bij de patiënten die colchicine kregen (0,7% events per 100 person-years vs 0,5% events per 100 person-years met placebo).3  “Er wordt momenteel onderzoek gedaan naar alternatieve behandelingen die zich o.a. richten op andere cytokines”, legde Laufs uit.

Op metabolisme spelen de natrium-glucose-cotransporter twee (SGLT2)-remmers inmiddels een rol; ze verlagen glucose bij diabetes mellitus (DM), geven minder ziekenhuisopnames wegens hartfalen (HF), verlagen het risico op verlies van nierfunctie, geven minder totale sterfte en de effecten zijn onafhankelijk van DM.4 De glucagon-like peptide 1 (GLP-1)-receptoragonisten hebben vergelijkbare effecten: ze verlagen major adverse cardiac events (MACE), sterfte, ziekenhuisopnames wegens HF, en nieruitkomsten.5

Bij de rol van lipoproteïnes refereerde Laufs aan de LDL-C streefwaardes voor de (zeer/extreem) hoogrisicopatiënten en stelde dat daarvoor allerlei nieuwe middelen beschikbaar zijn waarvan een aantal gecombineerd kan worden om een zo hoog mogelijk reductie te behalen.1,6 Hij besloot dat er geen tijd verliezen met een stapsgewijze benadering bij zeer hoogrisicopatiënten, maar dat er meteen combinatietherapie moet worden gegeven.7

Take home messages

  • In aanvulling op leefstijl is een ruime selectie middelen voorhanden waarmee een gepersonaliseerde behandeling – die comorbiditeit en individueel risico in acht nemen – vorm kan worden gegeven
  • Essentieel hierbij is vroeg geven van combinatietherapie en FDC om de therapietrouw te verhogen
  • Belangrijke thema’s bij secundaire preventie zijn hypertensie, atherotrombose, inflammatie, metabolisme en lipoproteïnes
  1. Visseren FL, et al. Eur Heart J. 2021;42(34):3227-33.
  2. Capranzano P, et al. Circulation. 2020;142:18:1709-12.
  3. Nidorf SM, et al. N Engl J Med. 2020;383:1838-1847.
  4. Zannad F, et al. Lancet. 2020 Sep 19;396(10254):819-829.
  5. Sattar N, et al. Lancet Diabetes Endocrinol. 2021 Oct;9(10):653-662.
  6. Katzmann JL, et al. Internist 2022 Apr 7. doi: 10.1007/s00108-022-01322-y.
  7. Ray KK, et al. Eur Heart J. 2022;43:830–833.
BEM/22/0369