Vraag van de maand
december
Toelichting bij het antwoord
Een van de belangrijkste wijzigingen in de nieuwe NHG-standaard AF is dat bij nieuwe patiënten met atriumfibrilleren met een indicatie voor orale anticoagulantia voortaan de voorkeur uitgaat naar een DOAC. Toch wordt daar wel een nuance gemaakt voor kwetsbare ouderen. Zie NHG tekst hieronder.
Keuze tussen DOAC of VKA
- Niet-kwetsbare patiënten met nieuw vastgesteld atriumfibrilleren: we bevelen aan een DOAC voor te schrijven, tenzij er goede redenen zijn voor een VKA .
- Kwetsbare ouderen met nieuw vastgesteld atriumfibrilleren: bespreek de voordelen en de nadelen van een DOAC of VKA met de patiënt aan de hand van de onderscheidende kenmerken (zie tabel 2) en maak op individueel niveau een zorgvuldige keuze (zie Aandachtspunten bij kwetsbare ouderen).
Antistolling bij kwetsbare ouderen
- Kwetsbare ouderen met atriumfibrilleren zijn een specifieke groep patiënten vanwege:
- de hoge prevalentie van atriumfibrilleren
- de aanwezigheid van comorbiditeit en frequente (niet-cardiale) ziekenhuisopnames
- het hoge risico op trombo-embolie én het hoge risico op bloedingen
- Bij vrijwel alle kwetsbare ouderen heeft het voorschrijven van antistolling de voorkeur boven het onthouden van antistolling.
- Maak op individueel niveau een keuze voor een DOAC of een VKA. Beide opties hebben voor- en nadelen (zie tabel 2).
- Regelmatige controles door de huisarts met als doel ‘veilige antistolling’ zijn bij kwetsbare ouderen van extra belang (zie Controles, zie ook LTA Antistolling). Veelal is de patiënt niet (meer) onder behandeling bij de cardioloog.
- Ook bij kwetsbare ouderen is geen plaats voor een trombocytenaggregatieremmer (niet effectief en hoog risico op bloedingen).
Referentie:
Boelman et al. NHG-standaard atriumfibrilleren. okt 2023 (https://richtlijnen.nhg.org/standaarden/atriumfibrilleren)
NL/EDX/11/23/0019 Date of last revision Nov 2023